Groepsverband en collectieve schuld

Een plaatselijke kerkelijke gemeente is een groepsverband. Een groep heeft verbondenheid met elkaar. Een groep identificeert ook; het is bepalend of je lid bent of niet.

Een groepsverband kan ook groot zijn zoals een kerkverband in Nederland. Je zou zelfs kunnen stellen dat alle christenen ook één groep vormen, zoals Joden en Moslims dat dan ook zijn. Een christen voelt zich dan ook met christenen wereldwijd verbonden. Hij identificeert zich ermee.

Het kan natuurlijk dat hij het totaal niet eens is met christenen die er heel andere praktijken op nahouden dan hij geoorloofd vind. Daarom voelt hij zich ook thuis in een beperkte groep van redelijk eensgezinde mensen. Dan is het een nog wat nauwere identificatie. Je zou kunnen zeggen het gaat zo: Ik ben christen. Net zoals b.v. Afrikaanse christenen. Maar ik ben ook Protestant. (Nu behoor ik niet meer tot het katholieke deel in Afrika.) En ik ben van de Protestantse Kerk in Nederland. (Nu behoor ik niet meer tot het wereldwijde protestantse deel.) En ik ben van die conservatieve gemeente in Staphorst. (Nu behoor ik niet meer tot die vrije gemeente in Staphorst.) En ik zit op de vrouwenvereniging enz. Dit zijn allemaal identificeerders die uiteindelijk aangeven wie je bent. Want je bent nooit vrij van het gezamenlijke. Iedereen heeft iets collectiefs, iets gemeenschappelijks. Naast het persoonlijke.

Sinds de Reformatie is de nadruk op de persoonlijke zaligheid komen te liggen vanwege de leer van de persoonlijke verlossing door genade. Een persoonlijke verlossing door verlening van persoonlijke genade samengevat in persoonlijke rechtvaardigmaking voor God. Een prachtig leerstuk voor de gevallen mens.

Maar het vervelende is dat het collectieve aspect van de gemeente van christenen daardoor naar de achtergrond is geraakt, met name na de tijd van de vele kerkscheuringen. En misschien ook wel daardoor. Daarbij heeft de individualisering van de afgelopen tientallen jaren bijgedragen aan een nog meer eigengerichtheid van de westerse mens. Nu is men heel erg op het persoonlijke gericht. Persoonlijke schuld en persoonlijke vergeving. Daarnaast is er gelukkig wel aandacht voor de medemens, maar dat is vooral ook gericht op het individu.

Het gezamenlijke karakter van mensen, van groepsverbanden zoals kerkelijke gemeenten, verdient zo te zien meer aandacht. Er zou meer gezamenlijke verantwoording moeten worden genomen. Meer gezamenlijke schulderkenning. Want er zijn zoveel fouten te traceren in onze voorgeschiedenis. Het begint met Adam. Alle mensen moeten hun schuld erkennen in de fout van Adam dat hij gezondigd heeft tegen God door ongehoorzaamheid aan het gebod dat hij van die boom niet mocht eten. Want wij identificeren onszelf toch ook met Adam? En dan de wereldgodsdiensten, met name het jodendom, de islam en het christendom. Zij moeten erkennen dat er onderlinge fouten ten opzichte van elkaar zijn gemaakt, wat globaal bij alle drie om Jezus draait. Kerken moeten erkennen dat er fouten zijn gemaakt, met name ten opzichte van het Joodse volk. Plaatselijke kerkelijke gemeenten moeten hun fouten erkennen. Gezinnen, enzovoort.

Net als dat een mens persoonlijk schuld erkent en het daardoor het weer goed maakt en in vrede komt, zo moet een groep dat ook doen. Wordt dat niet gedaan, dan zal deze schuld als een blok aan het been blijven hangen voor het nageslacht wat zich identificeert met die groep.

In de bijbel hebben we het voorbeeld van het volk Israël. Dat volk wordt in haar geheel gezegend of vervloekt, behouden of verloren. Dat volk heeft een verbondsmatige relatie met God. Iedere Jood is met dit volk geïdentificeerd. Veel profetieën gelden ook voor het volk als geheel. God heeft hier een relatie met dat volk.

Een gezin heeft ook een verbondsmatige relatie met God. Dat komt tot uitdrukking in de kinderdoop. Als de ouders gelovig zijn, hoort hun kind daar ook bij. Dit geeft ook gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als een kind een andere weg verkiest zijn ze daar niet aansprakelijk voor. Maar ze delen wel in de schuld; ze zijn zelf niet beter.

Zo hebben ook groepen of kerkverbanden een gezamenlijke relatie. En die gezamenlijke relatie moet onderhouden worden. Er is een gezamenlijke verantwoording. En als er ooit een gezamenlijk besluit genomen is wat fout was, dan moet daar achteraf ook gezamenlijk verantwoording voor worden gedragen. Dat is inherent aan een groepsverband.