Aan wie schreef Petrus?

Aan wie richtte de apostel Petrus zijn brief? Aan de verstrooiden buiten Israel. Die hij ook vreemdelingen noemt. Dat staat er in vers 1. Nu is de vraag of dit Joden, niet-Joden of een combinatie zijn.

Ik denk dat Petrus aan de Joden schreef. Dat zou heel normaal zijn. Petrus wordt wel genoemd “de apostel der besnijdenis”. Dat betekent dat hij binnen zijn Joodse gemeenschap handelde over het evangelie. Evenals Jacobus en Johannes. Paulus zelf zegt dat in Gal.2:7-9. (Jacobus schrijft ook letterlijk aan 12 stammen. Bij Johannes zijn eerste brief is het niet duidelijk, de tweede en derde zijn persoonlijk. Judas lijkt ook te schrijven aan een Joodse gemeenschap.)St.-Peter

Dat ik denk dat Petrus de apostel “der besnijdenis” aan zijn Joodse broeders schrijft, dat baseer ik op de strekking van de brief. En het wordt ondersteund door het woordgebruik. Verstrooiden (vers 1) duidt nl. op de Joden, die zijn verstrooid. Niet-Joden die zijn niet verstrooid. Die kunnen wel bekeerd zijn geworden, maar dan toch lijkt deze aanspraak meer voor de Joden bedoeld. Vreemdelingen kan wel voor niet-Joden gebruikt worden. Dit Rabbijnse begrip (In het Hebreeuws: Ger) wordt eigenlijk juist voor niet-Joden gebruikt. Maar in deze context kan het ook betekenen dat het Joden zijn buiten het land Israel. In combinatie met Verstrooiden lijkt dat dan weer voor de hand liggend.

In 1Pe.2:11 komt dit begrip nog een keer voor. Daar staat inwoners en vreemdelingen. Dit is weer dat Bijbels/Rabbijnse begrip Ger we Toshav, Vreemdelingen en Bijwoners. (Lev.25:35) Normaliter wordt dat voor niet-Joden gebruikt. Maar dat wil niet zeggen dat dit nooit voor Joden gebruikt wordt. David zelf namelijk noemt zichzelf zo: een Ger we Toshav (Ps.39:13) Het is de Rabbijnen dan ook niet vreemd deze status zichzelf toe te kennen, ziende op de geringheid van het eigen ik. In principe zijn we zo allen vreemdelingen op deze aarde, pelgrims, gericht op het hemels thuis.

Petrus spreekt hen ook aan op de halacha. (de wandel/de leer) Wijzende op de heiligheid door Christus verkregen, heeft hij het over het aardse aspect van de leer en het leven zoals dat bepaald wordt door de wet. Dat is in dat opzicht “ijdel” geworden. (Hoewel de wet natuurlijk nog steeds van kracht is.) De heiligheid is nu van binnenuit gekomen door het nieuwe verbond. Dan zegt hij iets wat hij alleen tot Joden kan zeggen: “Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is.” (1Pe.1:18) Letterlijk zegt hij hier de halacha, maar in wezen bedoeld hij hier de Torah, het verbond en de wet des Heeren.

Nog een reden dat het over het Joodse volk gaat is dit. Petrus haalt een profetie aan van Hosea die over het Joodse volk gaat: “Gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk (Ami) zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd (Ruchama) zijt geworden.” (2Pe.2:10) Die profetie gaat erover dat God Zijn volk Israel zal verlaten, maar later weer genadig zal zijn. (Hos.1-2)

Als Petrus dan aan de Joden schrijft, dan is het volstrekt zeker dat dit hier bekeerde Joden zijn, “wedergeboren tot een levende hoop door de opstanding van Christus”. (1Pe.1:3)

Verder verondersteld hij kennis van de Rabbijnse overlevering (mondelinge Torah) wanneer hij het heeft over het principe van duizend jaren als één dag. “Het zij u niet onbekend” (2Pe.3:8)

Ik denk dat het heel belangrijk is om te weten dat Petrus hier aan de Joden schrijft. Als je dit niet voor ogen hebt, dan is het onderscheid tussen Jood en niet-Jood geheel vervaagd door deze brief. Dan wordt deze brief een brief met vervangingsleer bij uitstek.

[update: zie ook dit artikel hier met comments op mijn Engelstalig blog.]

3 gedachten over “Aan wie schreef Petrus?

  1. Pingback: Apostle Peter wrote his letter to Jews | Faith(based) Works

  2. Kan de verstrooiing niet slaan op de joden die werden verstrooid onder de heidenen, tijdens de verwoesting van de tempel door de Romeinen dit was 70 na Christus ten tijde dat de brief geschreven werd?

  3. Dag Ton. Bedoel je dat hij schreef aan Joodse gelovigen die voor 70 deel uitmaakten van de Jeruzalemse ‘christelijke’ gemeente? Dat zou op zich kunnen. Hij schreef i.i.g. wel aan Joden die kennis hadden van Jezus als Messias.

    Het zou kunnen, na 70, maar het hoeft niet. Het is afhankelijk van de datering van de brief van Petrus. Dat kan nl. ook voor het jaar 70 geweest zijn.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.