Mijn vorig artikeltje, een reactie op ds. G.A. van den Brink, sloot ik af met een opmerking over de vrije wil van de mens. Op dat leerstuk is bezinning nodig.
Laat ik hier mijn persoonlijke opvattingen weergeven over de al dan niet vrije wil van de mens.
Eerst even de achtergrond. Binnen de (Nederlandse) gereformeerde leer is een vrij statische opvatting gekomen dat de mens geen vrije wil heeft. In de prediking is dit duidelijk op te merken. Theologisch kunnen nuances worden aangebracht, maar ook daar wordt het principe gebruikt van de ‘gebonden wil’ oftewel niet een volkomen vrije wil. Hierbij heeft het leerstuk van de ‘erfzonde’ ook een plaats. Het gaat alles terug op de val van Adam die dan ‘de val in Adam’ wordt genoemd. De mens, zo wordt geleerd, is in deze toestand ook niet meer in staat om goed te doen. Vaak wordt dan verwezen naar Rom. 3:12, “er is niemand die goed doet”.
Ik heb hier bedenkingen bij. Verschillenden van mijn lezers zullen wel weten dat ik veel met Joden omga. Dat is op zich best logisch als je beseft dat de Joden “de woorden Gods zijn toebetrouwd” zoals Paulus dat zegt in Rom. 3:2. Want die ‘woorden’ zijn mij lief geworden. Zo ben ik dus voor een niet-Jood behoorlijk thuisgeraakt in joodse opvattingen. Soms daagt dat een christen uit. Dat heb ik ook ervaren op het punt van de vrije wil. Joden zijn er voor zover ik weet allen duidelijk over dat de mens een vrije wil heeft. Hij is vrij om te kiezen. En ik denk dat ze hier gelijk in hebben.
Dan moet ik ook nog aangeven dat wanneer ik zeg dat mensen een vrije wil hebben, dat naar mijn idee nog behoorlijk genuanceerd kan worden en dient te worden. Met andere woorden het is niet simpelweg het ene of het andere. Dus veroordeel mij niet al te snel;-)
Ook is het niet mijn bedoeling om een steen in de vijver te gooien. Als ik een discussie begin hoop ik dat we er samen sterker en beter uitkomen. Natuurlijk, anders zou ik nu geen letter meer typen.
Okay, dat was de disclaimer. Hier gaan we.

De meest fundamentele eigenschap van de mens is dat hij een vrije wil heeft. Dat onderscheid hem van de dieren. Maar veel meer dan dat: Dat maakt hem als het ware als God. Hij is naar het “beeld van God” geschapen. En ook zelfs: “Kennende het goed en het kwaad.” Want de zonde lag ook in de schepping. God schiep ook het kwaad. (Jes. 45:7, Klaagliederen 3:38.) Of in ieder geval de ruimte ervoor.
De zonde is geen mankement van de schepping. God is het begin en het einde en Hij is goed. En hij heeft de mens goed geschapen. Vanuit dat goddelijk oogpunt, wat wij niet kunnen begrijpen, faalde de schepping van de mens ook niet. Anders zou God hebben gefaald en dat zij verre van onze gedachten! God zag de mens die Hij geschapen had en het was zeer goed. “En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed.” (Gen. 1:31)
Wij, mensen, hebben de mogelijkheid gekregen om vrij te kiezen. Wij kunnen zelfs tegen God kiezen. Hoe groot is dat! Dat zou ons direct in diepe ootmoed op knieen voor God moeten brengen met het gebed ons daarvan te weerhouden. Anderzijds, we kunnen ook voor God kiezen. En dit is een vrijwillige keuze.
Dit is zo groot! Dat wij vrijwillig voor God kunnen kiezen. Dat we Hem vrijwillig kunnen liefhebben. Niet uit plicht. Als we uit plicht dingen doen kan dat heel goed zijn. Maar uit vrijwillige liefde jezelf geven is de beste motivering. Een vrijwillege liefdesverklaring.
Kunnen wij dat dan echt zelf doen? Het antwoord ligt in en andere vraag: Wie heeft de mens gemaakt? Is Hij niet de oorzaak van onze mogelijkheden? Het is God waaruit dan ook volgt dat Hij in alles het begin en het einde is. Hij krijgt alle eer. In Hem liggen al onze mogelijkheden. Hij geeft het ons. Het ligt in de schepping. Vandaar kunnen wij dat zelf doen.
Een vrijwillige liefdesverklaring is ook wat God van ons vraagt. We kunnen hier niet zeggen dat dit een eis is. Want dan is het geen vrijwillige liefde meer. In zekere zin neigt het dan naar een slaafs volgen. Nee, God vraagt vrijwillige liefde. Een vrijwillige keus. Voor Hem of tegen Hem.
Zijn wij dan in staat tegen God te zijn? Tegen die hoogverheven almachtige God, onze eigen Schepper? Ja! Hoe groot is die keus die in de mens is gelegd. De mens is als God! Wat een verantwoording. Want hoe vreselijk is het om tegen God te kiezen! Hel en verdoemenis zijn geen overdrijving. Beesten kunnen dat niet, maar een mens is er toe in staat. Ook engelen kunnen dat niet, zij zijn dienende wezens.
God is de hoogste autoriteit. Zo onmetelijk hoog. Die ons zo goed kan beschermen en ons zo goed kan leiden. Onder Wie wij zo gerust kunnen leven en vol vertrouwen kunnen zijn. Die voor volledige vrede en harmonie kan zorgen voor ons. Door die grote keuzevrijheid zijn wij in staat om ons boven deze hoogste autoriteit te verheffen door Hem te negeren. Hoe vreselijk! Maar het is in onze realiteit gegeven dit te kunnen doen als mens.
In Gods realiteit of hemelse verhevenheid is het niet mogelijk dat iemand zich boven God verheft. God is één ondeelbaar Goddelijk wezen, één hoogste ondeelbare macht. Die geen wederpartij heeft. Maar is van hogeren orde dan wij kunnen begrijpen. Het geopenbaarde, onze realiteit, de schepping, is voor de mens. Daar hebben we het hier over.
Het meest essentiele van de mens is dat hij (dagelijks) moet kiezen tussen goed en kwaad. (Deut. 30:19) Dat is het meest basale. Dat kunnen we als kind al leren. Iedereen leert het verschil tussen goed en kwaad. Maar kennis van God is meer dan dat. Dat komt uit God Zelf en werkt Hij zelf. Hoewel het ook altijd door leren van Gods woord gaat. Die kennis is nieuw leven uit God en we spreken dan over wedergeboorte. Dat is een geestelijke werking die God uitvoert in het hart van een mens die, ja, het goede zoekt en uiteindelijk verstandelijk daarvoor kiest.
Het is God die het beginsel van de goede keus in ons heeft gelegd. We kunnen daardoor ook niet zeggen hoe goed wij zijn. We kunnen niet pochen, dat is onzinnigheid; God heeft ons gemaakt en is het beginsel van ons bestaan. Dat maakt het ook zo bijzonder dat iedereen, of je nu goed bent of zeer slecht, rijk of arm, wijs of dom, kennis hebt of niets weet, het maakt niet uit; iedereen heeft een vrije keus om te kiezen voor God. En die keus om voor God te kiezen werkt zich uit in bekering. In ommekeer tot God. En dat door de kennis die ons is gegeven door Zijn woorden (de bijbel) en in het bijzonder door Zijn Zoon Jezus die ons geworden is als het meest eenvoudige middel om in te geloven. Die ook het enige middel is. Want er is ook maar één God. Iedereen in de wereld is in staat om die keus van het geloof te maken.
Het moet je wel verteld worden. Je hebt verstand en kennis nodig om die keus te maken. Met verstand is iedereen bedeeld (Uitzonderingen zoals Downies daargelaten; God kent ze.) maar kennis moet je worden bijgebracht. Dat heet het evangelie, de blijde, goede boodschap. En daar volgt een keus op, hoe dan ook; geen keus is in dit geval ook een keus.
Nu zijn er wel allerlei omstandigheden die de keus kunnen beinvloeden. Daardoor zou je kunnen zeggen dat het kiezen niet zo vrij is. Hier kun je grond vinden om te zeggen dat de mens geen vrije keus meer heeft sinds Adam heeft gezondigd. Zo heeft God ook de Satan gemaakt, dat is de grote tegenstander van de mens, die de mens tot verkeerde keuzes tracht te bewegen. Plus God heeft in de mens een begeerte gelegd voor lichamelijke lusten die tegenstrijdig zijn tegen goede keuzes. Dat is niet gemakkelijk. Dit alles omdat de mens van God weggegaan is en weggezonden. In de woestijn van het goede en slechte om het maar zo te zeggen. Hij is niet meer in de hof van Eden. Dat maakt het moeilijk. Plus alle consequenties van zondig leven en onrechtvaardigheid enz. dat maakt het tot een leven met allerlei tegenslagen.
Ondanks al die invloeden, zie ik geen reden om het meest principiele van de mens, namelijk zijn vrije keuze, wat steeds terugkomt in de bijbel, te ontkennen van vrijheid. En er gebondenheid aan te koppelen.
Want zodra je vrijheid ontneemt van de keus, neem je de verantwoordelijkheid daarmee ook weg. En dan gaat het niet goed. Het principe dat de mens individueel ten volle verantwoordelijk is moet vast blijven staan.
De gebondenheid die sommigen aan de vrije wil koppelen is een vermeende gebondenheid. Daarmee bedoel ik dat je wel over een gebondenheid kan spreken, maar die is niet gekoppeld aan de vrijheid van de wil. Die is niet beperkend voor die vrijheid. Die gebondenheid kan effectief zijn op geestelijke vlak of op lichamelijk gebied. Misschien cognitieve beperkingen. Of het verleden, de omgeving en zoveel dingen kunnen op allerlei gebieden invloed hebben. Maar het kan om het zo maar te zeggen zo gek niet zijn, of het is ten allen tijde mogelijk om vrij voor God te kiezen. Dat is wat God met Zijn schepping in de mens heeft gelegd. En daar kunnen machten tegen opstaan, maar Hij heeft daar Zijn macht tegenover gesteld: Jezus, de Verlosser van de mens. En er is altijd de vrijheid om voor Hem te kiezen. Hetzij als kind hetzij vlak voor je dood; in vredestijd of in oorlogstijd. Waar het woord, het evangelie komt, daar komt de keus.
Wat heb ik nu gezegd in mijn betoog? Ik begon met te stellen dat er vrije wil en een vrije keus is. Iedereen krijgt er mee te maken om elke dag te kiezen. Vaak zit er een waarde van goed of fout aan. Of beter of minder goed. Zoals: “Sla ik hier rechtsaf of linksaf met mijn auto naar mijn bestemming?” Zomaar een voorbeeld van een eenvoudige keus. Ik begon met de meest gewichtige keus: Heb ik God lief of haat ik Hem? Je hebt ook kennis en verstand nodig om een keuzes te maken. Maar de meest belangrijke keus in dit leven is voor iedereen mogelijk die dat heeft gehoord. Het evangelie van God en Zijn Zoon Jezus dat wij God lief kunnen hebben zonder bevreesd te zijn voor onze zonden waardoor we zouden kunnen worden tegengehouden. In deze Jezus geloven is voor iedereen mogelijk op een vrijwillige manier met vrijwillige liefde en vrijwillige overgave. Het is wel zo dat er veel tegenop kan komen en het is normaal dat deze keus met veel moeite gepaard gaat, maar het is niet zo dat je die keus niet vrijwillig zou kunnen maken. Ja, het is een vrije keus waardoor God wordt verheerlijkt. Hij zal vrijwillig worden geliefd. Dat heeft Hij zo gemaakt.
Nog één ding, waarom zien we de keus voor God nu niet in de wereld? Juist omdat deze keus vrij is. Als iemand goed doet en hij zou direct loon op zijn daad zien, dan zou dat direct een motivatie zijn om weer goed te doen en anderen zouden volgen als ze dat zien. Dan zou binnen de kortste keren God gediend worden om eigen verdienste. En dat wil God niet, Hij wil vrijwillig worden gediend. Er is zeker loon op de daad. De bijbel staat er vol van. Maar dat kan heel goed pas in de toekomende wereld (na de dood) worden vergolden. Dat heeft te maken met de vrije keus. Om juist die ultieme vrijwilligheid hoog te houden. Om in deze wereld en juist in onze zeer goddeloze tijd voor God te kiezen, dat is het betoon van een ultieme vrijwillige liefde. Zie Jezus.